De paashaas die niet kon tellen..........
"Oh, ik moet opschieten," Pluim rent heen en weer, tussen de eieren die hij al geverfd heeft en de eieren die nog helemaal wit zijn.
Hij telt ze, maar raakt steeds in de war. "Eenendertig, twee en dertig ehh zes en dertig, nee dat was fout, hoe moet dat nu.
Op de hazenschool was Pluim ook al niet goed in tellen. Meester Lang oor had hem al vaak gezegd.
"Pluim, pluim, zo kan dat niet hoor, als jij straks een echte goeie paashaas wilt worden, moet je toch de eieren kunnen tellen! ! ! "
Oh, had hij toch maar beter opgelet op de hazen school, dan zou het nu beter gaan."
De tranen drupten uit zijn hazen oogjes, snif, snif, "Ik kan niet tellen".
Nog maar eens opnieuw, Tot dertig ging alles goed, maar dan raakte hij weer helemaal in de war. Pluim ging zitten midden tussen de eieren in het gras, hij was zo verdrietig, de tranen stroomden over zijn hazen wangetjes en alle geverfde eieren werden nat van zijn tranen zodat de verf vlekte en Pluim nog harder begon te huilen. "Ohh kijk nou toch, nu zijn m'n eieren ook al gevlekt. Oh, Oh, het komt niet op tijd af".
Liesje en Mark waren in de tuin aan het spelen, achter de tuin, was een groot weiland met gras wat nodig gemaaid moest worden, het gras stond al heel hoog, je kon er goed verstoppertje in spelen. Als je plat op je buik lag kon niemand je zien. "Hé Liesje zullen we gaan spelen op het grote land?" zei Mark. Zo noemden ze het weiland achter de tuin altijd. "Ja leuk, dan kruipen we door het gras en dan kan niemand ons zien." Mark had nog een idee, " ik ga koekjes en limonade vragen aan Mamma, dan kunnen we picknicken." " Ja dan haal ik het grote kleed.".
Samen gingen ze op pad, door het hoge gras, ze hadden koekjes, limonade en het grote kleed mee genomen, nu nog een mooi plekje waar ze konden gaan zitten.
"Oh, oh, snif, snif," "Sst. Hoorde jij dat ook?" Mark ging recht op staan, maar zag niets, ook Liesje had het gehoord, maar zag ook niets. "Ik kan het niet, had ik maar beter opgelet Oh, het komt niet op tijd klaar! ! " Nu hoorden ze het toch wel heel duidelijk. "Er heeft iemand verdriet, ik hoor iemand huilen" zei Liesje. Heel voorzichtig liepen ze de kant op waar het geluid vandaan kwam. "Oh, kijk," Mark stond gebukt tussen het gras beiden zagen ze het kleine haasje, huilend tussen de eieren zitten in het hoge gras. Pluim begon nog harder te huilen, "ook dat nog, jullie mogen dat helemaal niet zien, pas als de eieren geverfd en verstopt zijn, snif, snif, mogen jullie ze opzoeken, oh, oh, nou gaat alles mis. Ik ben geen goeie paashaas, meester Langoor heeft het al gezegd."
"Stil nou maar," zei Liesje, "misschien kunnen we je helpen, we zullen niets tegen pappa en mamma zeggen, kom waar kunnen we je mee helpen?" "Zouden jullie dat willen doen?" Pluim veegde de tranen van zijn hazensnoetje en vertelde dat hij niet goed opgelet had op de hazenschool en dat hij niet goed kon tellen.
IJverig begon Liesje te tellen 40 eieren voor de mensen die woonden op nummer 3 want die hadden wel 8 kinderen. Mark deed ze in een mandje en verstopte ze een voor een op het juiste adres. Op nummer 4 woonden 4 kinderen, dus daar moesten 20 eieren verstopt worden, zo gingen ze nog een hele tijd door, tot de hele straat voorzien was van eieren. Pluim deed zijn best alle eieren mooi te verven en zo kwam toch alles goed. Mark vond dat Pluim de eieren moest verstoppen op het adres waar ze zelf wonen, dat deed Pluim maar al te graag. Dank jullie wel dat jullie mij zo goed geholpen hebben. Mark en Liesje gingen vlug terug naar huis, ze vertelden niets aan hun Pappa en Mamma, maar keken elkaar geheimzinnig aan en lachten. "Wat is er toch", zei mamma, "Morgen is het Pasen, gaan we dan eieren zoeken in de tuin?" zei Mark. "Nou ik weet niet of de Paashaas eieren komt verstoppen hoor." Zei mamma. Liesje en Mark keken elkaar aan en lachten. "Vast wel zeiden ze beiden".
|