|
|
Verhalen
313
verhalen voor peuters, kleuters en kinderen
|
Het hele bos stond op stelten. Er liep een grote Slurpzuiger rond die links en rechts dingen opslurpte. Kabouter Ragebol raapte al zijn moed bij elkaar en sprong bovenop die vervaarlijke slurf. Halt, Slurpzuiger! riep hij. Slurpzuiger? Ik ben een Miereneter, zei de slurpzuiger. |
|
|
Miereneters? Die kennen we hier niet, jij hoort hier niet, zei Kabouter Ragebol. Jawel, zei de Slurpzuiger, ik woonde in de dierentuin, maar het beviel me daar niet. Vrij zijn is veel leuker, en hij schudde Kabouter Ragebol af, en wandelde verder. |
Vrij zijn? Wat was dat? Kabouter Ragebol vroeg het de wijze Uil. Kijk, zei Uil, sommige dieren wonen in een hokje en krijgen elke dag eten en drinken. Dat is natuurlijk wel heel comfortabel, maar ze zijn niet vrij. Comfortabel, wat was dat voor moeilijk woord? Dat het warm en droog is, en makkelijk en fijn, zei Uil, en vloog verder. |
|
|
Kabouter Ragebol begreep nog steeds niet goed wat vrij zijn was. Een behulpzame muis die meegeluisterd had, had goed gehoord dat in een hokje zitten niet-vrij was. Vrij zijn is dus kunnen doen en laten wat je wilt, en gaan en staan waar je wilt, zei hij. Zolang je maar niemand kwaad doet. |
Haaaa, dacht Kabouter Ragebol, ik ben dus vrij. Dat had hij nooit geweten, maar het was wel erg fijn vond hij. Als iemand hem eens iets vroeg, zou hij het zeggen: Ik ben vrij! Maar niemand heeft hem ooit wat gevraagd. |
|
© the Tale Machine, november 2014
boven
|
© Flevokids
|