Aatje en Beetje hadden een plan.
Ze gingen vandaag Hans, het werkpaard helpen. Hans was lief vonden ze.
Oh wat fijn, zei Hans. Ik moet vandaag de zware kar trekken.
Ik overleg wel even met de boer hoe jullie daarbij kunnen helpen.
De boer moest lachen, maar vond het goed. Eerst werd Hans ingespannen.
Toen werden Aatje en Beetje voor Hans gezet. Zo konden ze Hans goed helpen.
En voort ging het!
Aatje en Beetje merkten helemaal niet dat hun lijnen slap hingen en dat ze helemaal niet hielpen.
Hans deed al het werk alleen….
Klaar. De boer spande hen weer uit. Hartelijk bedankt lieverds, zei Hans.
Hij liet niets merken, hij vond het gewoon leuk.
Aatje en Beetje gingen heel tevreden naar huis. Dat was leuk geweest!